Interview met Adinda De Raedt van Munoman

“Er zijn twee soorten bedrijven, twee types bazen. Zij die enkel denken aan omzet draaien en er hun hand niet voor omdraaien om mensen uit te buiten. Het zijn bazen die anderen honger laten lijden zodat zij nóg een villa kunnen kopen aan de Côte d’Azur. Het zijn bedrijven die ontzettend veel geld uitgeven aan marketing. Vaak om een zogenaamde hippe ‘eco/fair -lijn’ te promoten, waarvan nauwelijks 5% effectief sustainable is. Er wordt zoveel lucht verkocht...  En dan heb je bedrijven zoals dat van ons, die dat marketingbudget liever spenderen om hun werknemers - waar ook ter wereld - een degelijk loon te betalen en de planeet zo weinig mogelijk te belasten. Pas op, wij maken ook graag winst, maar dat doel mag niet ten koste gaan van een ander.

Het is als consument niet altijd makkelijk om te achterhalen of iets ‘duurzaam’ gemaakt is, er is zo’n groot aanbod. Maar als een T-shirt € 3,99 kost, dan moet er een belletje rinkelen. Daar betaalt iemand, ergens, de prijs voor. Veel klanten checken nog te weinig het etiket van een kledingstuk, nochtans is het een bron van informatie. Wij kunnen voor elk kledingstuk de nodige certificaten voorleggen en dat zoek je makkelijk op via het nummer op het etiket. Het bekendste certificaat is ongetwijfeld het GOTS-label (Global Organic Textile Standard), waardoor we een ecologische én ethisch verantwoorde productie kunnen garanderen en transparantie creëren. Elke stap in ons productieproces wordt nauwkeurig gecontroleerd.”

“Muno is de naam van mijn zoon. Mijn man en ik hebben die naam zelf bedacht, dus we wisten dat hij uniek was. Munoman klinkt bovendien goed in alle talen.

Wanneer ik voor mijn man op zoek ging naar duurzame kledij, dan botste ik vooral op spullen voor wollige alternativo’s. Dat geitenwollensokkenimago, daar wilden we van afstappen. Munoman is sustainable en streetcool, maar ook toegankelijk. Daarmee is het de perfecte keuze voor de man van vandaag die bezorgd is om morgen.

Mannen willen enerzijds niet te hard opvallen, maar ze willen aan de andere kant iets dat net wat anders is dan ze al hebben. Dat is onze grootste uitdaging, een middenweg vinden tussen toegankelijkheid en originaliteit. Mijn collega Janka en ik ontwerpen de kledij en we zetten voor Munoman vooral in op T-shirts met technische tekeningen. Met die prints willen we ook subtiel een boodschap geven. Geen vliegtuigen of auto’s, wel ijsberen, fietsen en oldskool objecten. Naar modetrends kijken we zelden, toch is onze collectie best hip te noemen. Vaak is dat puur toeval en gebaseerd op buikgevoel. Dit najaar hebben we bijvoorbeeld kleurrijke sweaters in velours en veel warme natuurkleuren in de collectie.”

1. Lijfspreuk(en)?

“Buy less, buy better. Je bent meer met 5 degelijke en mooi gemaakte T-shirts dan met 25 snertexemplaren, waarmee je ook nog eens een mens- en milieuonterend systeem steunt.”

2. Inspiratiebron?

“De wereld rond mij. Vooral tijdens de vakantie staan mijn voelsprieten aan. Dan raak ik geïnspireerd door alledaagse dingen: een kerel op een bakfiets bijvoorbeeld, daar maak ik dan een print van.”

3. Favoriet uit de herfstcollectie?

“Het T-shirt met Bialetti koffiezetapparaat. Het beeld roept nostalgie op. Bovendien past handmatig koffiezetten perfect in het Slow Living-plaatje. Trager en bewuster leven, daar sta ik achter. En het T-shirt doet me ook aan mijn man denken, die het toestel dagelijks gebruikt.” 

4. Opkijken naar?

“Kleine, lokale, groene initiatieven. Alle beetjes helpen. Zo ben ik fan van restaurants die slechts één menu aanbieden en niets hoeven weg te gooien.” 

5. Het mooiste compliment ever?

“Een nieuwe, vaste klant, dat is elke keer weer een enorm compliment. Als ik iemand kan overtuigen om voortaan 100% ecologisch te kopen, dan maakt mij dat erg gelukkig.” 

6. Ons thema is #imbossy. Wat betekent dat voor jou?

“Er zouden meer vrouwen aan het roer van een bedrijf mogen staan. We zijn nog steeds ondervertegenwoordigd. Vrouwen zijn in het leiding geven vaak meer empathisch dan mannen, wat een goede zaak is. Ik respecteer en acht iedereen bij Green Queens erg hoog in. We zijn slechts met zes, maar we staan alle zes op één lijn.”